Werk
Jaren geleden, toen ik nog Elly en Rikkert luisterde zongen zij een liedje:
Martha, Martha, leg je bezems neer
Al dat werken komt een andere keer
Martha, Martha, altijd in de weer
Kies het beste deel, luister naar de Heer
Het vrolijke deuntje maakt dat ik er al snel volop mee meezing. En nu, jaren later, is het liedje er weer. ‘Al dat werken komt een andere keer’. Tja, makkelijker gezegd dan gedaan.
Bestaansrecht
Al twee jaar heb ik de diagnose ‘bipolaire stoornis’. Na ruim zeven hypomane jaren waar ik alles aanpakte wat maar kon, ik een goedlopende therapiepraktijk had, een gezinshuis en nog heel veel andere dingen was het op. In één keer. Ik viel in een eindeloos diep gat en had geen idee of en waar de bodem dan was.
Die zomer, twee jaar geleden, deed ik niets anders dan puzzelen. Duizenden stukjes in de hoop dat ik mijn eigen hoofd ook weer bij elkaar kon puzzelen. Het lukte maar nauwelijks. Gelukkig kreeg ik hele goede behandelaren. Een psychiater ging met mij de zoektocht aan naar de juiste medicatie die mijn stemming weer wat zou stabiliseren. Een SPV (sociaal psychiatrisch verpleegkundige) hielp me om mijn leven te ordenen.
Al snel werd het duidelijk. Ik werk dus ik besta. Dat was mijn motto jarenlang. Misschien wel vanaf mijn kinderjaren. Bob, mijn SPV, was geduldig en glimlachte als het me weer niet gelukt was een taak af te schuiven. Maar langzaamaan lukte het. Ik kreeg minder bezigheden en…ik voelde me nutteloos. Mijn bestaansrecht leek gebaseerd te zijn op werken. Wie was ik zonder werk?
Een nieuwe richting
De meeste werk gerelateerde dingen heb ik afgerond. Sommige waren makkelijk en andere vond ik heel erg moeilijk. Er kwam een moment dat ik alle therapie gerichte zaken van mijn website haalde. Ik wilde geen therapeut meer zijn. Toch vond ik dat ik wel iets moest doen met mijn gave. Dus maakte ik een plan om schrijfcoaching te gaan geven. Schrijven is nu eenmaal mijn hobby en ook een kwaliteit. De eerste aanvragen kwamen binnen en ik begon vol enthousiasme aan het coachen via schrijfopdrachten.
Toch knaagde er iets. Vond ik dit nu écht leuk? Waarom deed ik het? Waarom was ik er in vredesnaam aan begonnen? Het leek een wat stiekeme variant van werken als therapeut te zijn. Dat onder ogen zien was pijnlijk maar ook verhelderend. Als er weer een aanvraag binnen komt krijg ik het benauwd. Ah, dat is voor mij het teken. Als ik het benauwd krijg van werk, kan ik er beter mee stoppen.
Vandaag werk ik, opnieuw binnen twee maanden tijd, mijn website bij. Er worden dingen geschrapt of onzichtbaar gemaakt. En het lucht op. Een nieuwe richting van mijn leven die gaat over dingen waar ik goed in ben én die ik leuk vind.
Ik besta en werk soms
Ik besta en ik hoef dat niet te verdienen. Ik ben er gewoon en dat ik oké. Er zijn wat dingen die met werk te maken hebben maar die prima zijn. Voor de rest doe ik vooral dingen die ik leuk vind.
Vandaag was ik bij de psychiater. We hebben het over ‘nee zeggen’. Het blijft een wat lastig thema. Maar ik maak vorderingen. De psychiater kent me inmiddels goed en doet er nog een schepje bovenop. ‘Je hebt heel veel kracht in je, dus ook dit kan je’ zegt hij. Ik grinnik. Die kracht herken ik wel. Het is een tijdje helemaal weggeweest maar nu komt het langzaamaan terug. Nu uit mijn kracht zich nog vooral in boosheid. Woest kan ik zijn op wat er gebeurt in mijn leven. Maar die boosheid zorgt ervoor dat ik binnen no time uit mijn depressieve toestand kom.
Op de terugweg in de auto denk ik na. Misschien is het saai, maar het is goed genoeg wat er nu is en hoe ik nu ben. Ik besta, of ik werk of niet. Het maakt niet uit.
IK BESTA! (voor God!).
Heel herkenbaar allemaal.
Ik wens jou en degenen die je lief zijn, de nabijheid van de Heere God toe.
Heel veel sterkte.
Je geeft me stof tot nadenken, je bent en blijft eeen mooi mens.