Noodzakelijk kwaad
Ik was er een meester in: het vermijden van de spiegel. En als ik er al in keek dan deed ik dat op een hele speciale manier. Ik focuste me op dat deel van mezelf waar het om ging, mijn haar bijvoorbeeld, en de rest zag ik niet. Voor mij was de spiegel niet meer dan een noodzakelijk kwaad. Nodig om je haar in het juiste model te krijgen of te zien wat dat irritante bultje op je huid toch was.
Mijn probleem met de spiegel zat in verschillende dingen. Ik was niet heel tevreden met hoe ik eruit zag. Ik vond, in vergelijking met anderen, dat niets aan mij echt bijzonder mooi was. Bovendien had ik in mijn kinder- en pubertijd een hekel gekregen aan mijn lichaam. Ik nam het mijn lichaam kwalijk wat er allemaal gebeurd was. In dat lijf was alles opgeslagen. Het had gevoeld, pijn gehad maar ook genoten terwijl mijn hoofd het seksuele misbruik niet wilde. Een blik in de spiegel was een confrontatie met mezelf, met mijn lichaam.
Ben ik dat?
Het grootste probleem was echter niet mijn slechte zelfbeeld. Ik was bang voor de spiegel omdat het nooit klopte wat ik zag. Dat klinkt een beetje luguber misschien maar toch was het zo. Als ik al eens in de spiegel keek, écht keek, dan schrok ik. ‘Ben ik dat?’ vroeg ik mezelf vertwijfeld af. Het plaatje in mijn hoofd, van hoe ik eruit zou moeten zien klopte niet met wat ik in de spiegel zag. Ik was meestal veel ouder dan dat ik dacht.
De ogen die me vanuit de spiegel aankeken leken soms vuur te spuwen, alsof ik woedend was. Een andere keer keken de ogen leeg, doods, naar mij terug. Soms zag ik verdriet of angst. Ik vond het gekmakend die spiegel en waar ik kon vermeed ik hem.
Nu, heel veel jaar later, snap ik wat ik zag. Ik zag een deel van mezelf, maar het waren die delen van mij die ik niet wilde hebben omdat ze het misbruik bij zich droegen. ‘De ogen zijn de spiegel van de ziel’ is een bekende uitdrukking en in mijn geval zag ik datgene waar ik ver weg van wilde blijven.
Spiegel
Wat zie jij als je in de spiegel kijkt? Misschien ben je wel net zo’n vermijder als ik. Of je kijkt wel maar kraakt jezelf af. Tegenwoordig kijk ik regelmatig in de spiegel en meestal lach ik dan even naar mezelf. Ik lach dan ook zo aardig terug. Soms zeg ik hardop: ‘Je hebt best een leuk hoofd Juud!’ of ‘Kom maar op! Een nieuwe dag, nieuwe kansen!’
Een spiegel is niets anders als het weerkaatsen van licht. Dat vind ik een mooie gedachte. Vooral als ik denk aan de tekst uit 1 Johannes 1:5.
God is licht, in Hem is er geen spoor van duisternis
Als ik in de spiegel kijk weerkaatst het Licht en zie ik iets prachtigs. Een mens, gemaakt naar Gods beeld, één die op Hem lijkt. Niet volmaakt, beschadigd door het leven, met mooie én slechte eigenschappen, met blijdschap en verdriet. Een mens die leeft én iets mag weerkaatsen van Gods liefde.
Zelfbeeld
In mijn vorige blog ‘Gun jezelf eens wie je bent‘ schreef ik iets over je zelfbeeld. Die woorden uit het lied van Matthijn Buwalda hebben alles te maken met in de spiegel kijken. Het is het proces waar ik doorheen ben gegaan na mijn trouwen, dat jarenlang duurde (en soms nog doorgaat), maar waar ik nu de vruchten van pluk. Door mijn eigen leven onder ogen te komen, door in de spiegel van mijn verleden te kijken, begon ik mezelf beter te begrijpen. Dat was geen makkelijk proces. Vaak verzette ik me met hand en tand tegen herinneringen, was ik boos op mezelf en niet op de daders, walgde ik van mezelf en vond ik niet dat ik bestaansrecht had.
In die periode keek ik niet in mijn eigen spiegel, maar gelukkig kon ik in een aantal spiegels van anderen om me heen kijken. Ik keek naar de gezichten en luisterde naar de woorden van mijn vrienden. Zij zeiden iets heel anders dan wat ik tegen mezelf zei. Ze hielden van me, verafschuwden me niet, ze bleven bij me ook als ik heel hard van mezelf wegliep.
Ik leerde mezelf kennen. Ik ontdekte dat de diagnose DIS (dissociatieve identiteitsstoornis) die ik op 22-jarige leeftijd kreeg, klopte bij wat ik zag in de spiegel. Ook dat ging niet vanzelf want ik wilde liever alleen maar de ijzersterke, hardwerkende, nuchtere Judith zijn zonder al te veel gevoel.
Lachspiegels
En toch…voel ik me tegenwoordig veel completer dan toen. Gun ik mezelf wie ik ben. Een sterke, bange, leuke, vrolijke, verdrietige, misbruikte, geheelde, stoere, puberale, schattige, volwassen, kleine en grote vrouw. Mijn spiegelbeeld klopt weer. Het klopte altijd al, alleen ontkende ik dat stuk van mezelf omdat ik nog aan het overleven was en de pijn niet onder ogen durfde te komen.
Mijn favoriete spiegels zijn lachspiegels. Het liefst zou ik die thuis hebben. Want die spiegels laten sommige delen van mezelf soms opeens kloppen. In die spiegels kun je net zo groot zijn als toen je vijf was, ben je heel dun of heel dik, is je hoofd opeens groter of kleiner. Spiegels die een heleboel varianten van jezelf laten zien terwijl je het allemaal bent! Precies dat…
Kintsukoroi
Nu mijn eigen (spiegel)beeld geheeld is vind ik het zo bijzonder dat ik nu de spiegel mag zijn voor een heleboel anderen. Het is mijn verlangen dat mensen, als ze zelf niet meer in de spiegel durven kijken, kijken naar mij en zich, heel voorzichtig, proberen vast te houden aan de hoop die mijn leven uitstraalt. Niet omdat ik zo goed ben of het zo geweldig gedaan heb. Het is dankzij de liefde, het geduld, de trouw en zorg van mensen en God én mijn doorzettingsvermogen dat ik zover gekomen ben. En daar wil ik, omdat ik daar zelf zoveel van gekregen heb, graag van uitdelen.
De voorkant van mijn nieuwe boek ‘Doorleven‘ beeldt ‘Kintsukoroi’ uit. Een Japanse kunstvorm waarbij servies dat gebroken is, gerepareerd wordt met goudlijm. Het servies is daarna weer bruikbaar én nog mooier dan daarvoor. De barsten blijven zichtbaar maar de goudlijm ook! Het is het beeld van mijn leven en ik hoop dat het ook het jouwe wordt.
Spiegel aan de wand
4 januari 2020. Twee sterke kerels slepen een loodzware spiegel van 1,80 x 0,79 meter naar mijn auto. Ik heb een impulsaankoop gedaan. Een spiegel voor boven de bank in onze huiskamer. Ik grinnik in mezelf als ik in mijn auto terug naar huis rijd. Ik die een spiegel in de woonkamer ga hangen, gekker moet het niet worden. Na wat passen en meten, en met vereende krachten, hangt de spiegel aan onze pas geverfde blauwe muur. Ik zuig en dweil de woonkamer en loop naar de bank. Voordat ik ga zitten kijk ik met een brede glimlach in de spiegel. En de spiegel? Die glimlacht nog breder terug!
Prachtig!!
Bizar….ik heb net vandaag zitten denken: ik & de spiegel….dat zijn geen beste vrienden! Jouw blog geeft mooie input.
Fijn! Ik hoop dat het je helpt! En als jij en jouw spiegel niet lukken… kijk dan eens in de spiegel van iemand anders!
<3
Oei, de spiegel.
Zien wat je wilt zien, ontwijken wat je liever niet ziet.
Je geeft me weer een hoop om op te kauwen.
Mooi transparant Judith! Ik Vind je en van binnen en van buiten een pracht mens en hou van de manier waarop je je blog hebt geschreven. Prachtig! Laat je maar zien en horen. Je hebt zoveel om door te geven 👍🏻😘