Zomaar
Mijn maag rammelt. Tussen twee gesprekken door zit ik mijn achterstallige administratie weg te werken. Ik ben blij dat ik na de corona onderbreking weer gesprekken in mijn praktijk kan hebben. Het fijne, gezellige kantoortje waar ik me thuis voel. Ik besluit even op mijn fiets naar de supermarkt te rijden om een broodje te halen. Het zonnetje schijnt, de vogels fluiten en ik rijd het fietspad op. Een eindje verderop staat een groepje mensen op het fietspad. Ik rem af en zie een vrouw met een groot boeket bloemen in haar armen. Zou het een trouwerij zijn? ‘Leuk, even gluren naar de bruid…’ denk ik bij mezelf. Maar dan zie ik iets anders. Een witte kist, gedragen door 6 mannen, die voorzichtig in de auto wordt geschoven.
Ik stop en ga aan de kant staan. Ik vind het ongepast om dwars door het groepje heen te fietsen. Van een afstand bekijk ik het tafereel. Een paar mensen houden elkaar vast en vegen de tranen uit de ogen. Anderen staan stil te kijken. Als de kist in de auto staat worden de bloemen overgenomen door de begrafenisondernemer en op de kist gelegd. En dan gaat de deur dicht. Het groepje mensen verspreid zich naar de aan de straat geparkeerde auto’s om de rouwauto straks te volgen.
Ik wacht tot het fietspad weer vrij is. ‘Dank u wel mevrouw’, zegt één van de mannen die bij het groepje hoort in het voorbij gaan. ‘Sterkte jullie’, wens ik hen toe. In gedachten verzonken fiets ik verder.
Geen corona doden
Terug op kantoor eet ik mijn broodje en check ondertussen mijn telefoon. ‘Het RIVM meldt voor de eerste keer in drie maanden geen nieuwe corona doden.’ Een berichtje in mijn nieuwsfeed. Het irriteert me. Geen corona doden… alsof dat het enige is waar mensen aan overlijden. Alsof dát pas erg is en het noemen waard. Ik denk aan het verdrietige tafereel zomaar midden op het fietspad. Wat zijn we met elkaar aan het doen in deze maatschappij? Het lijkt alleen nog maar om corona te gaan.
Mijn gedachten gaan terug naar de afgelopen weken. Zomaar wat berichten die mij bereikten. Een vrouw die vecht voor haar leven en gezondheid op een geïsoleerde afdeling van een ziekenhuis omdat ze een zware chemo en een beenmergtransplantatie ondergaat. Ouders die hun enige kind, nog maar een paar jaar oud, verliezen. Een vrouw, nog volop in het leven, bij wie de kanker terug is gekomen. Nog slechts een levensrekkende behandeling is mogelijk. Een man die weer opa wordt maar dit niet meer samen met zijn vrouw kan beleven. Zij is nog geen jaar geleden overleden. Vier opgroeiende kinderen zonder vader, een grote lege plek, hoe zullen zij Vaderdag gevierd hebben?
Leed vergelijken
Misschien zijn er geen corona doden, maar er is leed genoeg om ons heen. Leed dat meeleven vraagt. Ik betrap mezelf er de laatste tijd ook op dat ik alles afweeg tegen corona. ‘Hoe is het?’ ‘We zijn gelukkig nog gezond’, is wat ik mezelf hoor zeggen. Alsof corona het enige is dat telt. Ik ben er klaar mee. Ik wil weer kijken zoals ik altijd deed en meeleven zoals ik gewend was. Een tijdje geleden was ik in gesprek met Jorieke in de studio van Groot Nieuws Radio. Voor we aan het interview begonnen was er een rubriek: ‘Klein leed’. Luisteraars konden hun kleine leed delen en een puzzel winnen. Een leuk idee maar toch zit er een gevaar aan leed opdelen in klein en groot leed. Het gevaar dat we moeilijkheden, verdriet, pijn en lijden met elkaar gaan vergelijken.
‘Ik heb honger!’ zei ik als kind wel eens. ‘Honger hebben ze in Afrika.’ was het steevaste antwoord. Ja dat klopt, maar dat wil nog niet zeggen dat ik het niet heb. Alsof ik geen trek mag hebben in eten en daarom mag vragen zolang er mensen doodgaan van de honger.
Leed valt niet te vergelijken. Wat voor de één niet te (ver)dragen is daar rolt een ander gemakkelijk doorheen. Het hebben van een dwarslaesie is niet erger dan het hebben van een depressie. Geen partner hebben en daar wel naar verlangen is niet minder erg dan een kind verliezen. Zo kan ik nog wel tientallen voorbeelden opnoemen. Als iemand in zijn leven te maken krijgt met verdriet, pijn, onrecht of lijden, is dat genoeg om met de ander mee te leven.
Meeleven
Ik zit in de tuin te werken aan mijn diamond painting. Een verslavend werkje waarmee ik meteen mijn gedachten orden. Soms krijg ik briljante ingevingen terwijl ik steentje voor steentje op het plakkende vel leg. Soms laat ik mijn gedachten de vrije loop. In de tuin bij de buren hoor ik een snoeischaar knippen. De buurman knipt blijkbaar nog wat planten bij voor de groene bak weer aan de straat moet. Het geluid van een rollende container, een praatje in de poort, de stem van de schuinoverbuurvrouw en dan hoor ik de buurman zeggen: ‘Ik pak de schaar wel even’. En weer wordt er geknipt, nu aan de overkant. Even helpen, even bijspringen, even wat takken snoeien voor de buurvrouw die haar man nog geen paar jaar geleden verloren heeft.
Dit is waar het om gaat in het leven. Even die ander helpen, al is het maar een paar takken snoeien. Meeleven met elkaar, ook als het leed al voorbij is en het leven ogenschijnlijk weer doorgaat. Er voor elkaar zijn en laten weten dat jij het niet vergeten bent. De één zal dat doen door iets praktisch, de ander door een belletje of een kaartje. Maar corona of niet, corona doden of niet… laten we omkijken naar elkaar.
Even stilstaan aan de kant van de weg van het leven. Nadenken voor wie jij wat kunt betekenen. Al is het maar respectvol wachten op de stoep en sterkte wensen.
De podcast van het interview ‘Bij Jorieke’ over verlies en rouw is hier te beluisteren.
zo ontzettend waar!! en helemaal mee eens. bedankt Judith