Vorderingen
Jawel, vier trainingsavonden ‘Aandachtig Leven’ (ook wel mindfulness) achter de rug en ik maak zichtbare vorderingen. Misschien niet voor mijn omgeving, maar wel voor mezelf. Nooit gedacht dat mindfulness mij verder zou kunnen helpen in mijn persoonlijke proces. Ik vond mezelf veel te nuchter voor dat zen-achtige-gedoe. Het idee van mezelf in kleermakerszit op een matje mediterend over, ja waarover eigenlijk, misschien wel over een grassprietje, vond ik vooral hilarisch.
Maar niets in minder waar. De training Aandachtig Leven is allerminst zwevend of neigend naar hypnotische, geestverruimende toestanden. Het is een nuchtere, down to earth manier van opmerken. Aandacht hebben voor jezelf, voor het lichaam, de gevoelens, de gedachten die je waarneemt. Aandacht hebben voor God en voor wat Hij te zeggen heeft. En aandacht hebben voor de dingen, geluiden, geuren, mensen etc. om je heen. Maar dat laatste vraagt van mij niet veel oefening. Daar ben ik behoorlijk bedreven in.
De afgelopen week merkte ik hoe ik gegroeid was. Toen ik in een situatie die voor mij stressvol was niet meteen in de verdediging schoot maar bij mezelf kon blijven en kon opmerken hoe ik me voelde, wat er in mijn lichaam gebeurde en wat voor gedachten ik had. Ik kon de aandacht bij mezelf houden en was daardoor uiteindelijk in staat om meer ruimte te hebben voor het verhaal van de ander.
Vriendelijk opmerken zonder oordeel, zoals ik in mijn vorige blog beschreef. Het lukt me steeds beter!
Gewoontepatronen
Eén van de dingen waar bij Aandachtig Leven aandacht aan wordt besteed zijn ‘gewoontepatronen’. Beter bekend als zijnde de ‘automatische piloot’ en in veel gevallen zijn het denk ik overlevings- of beschermingsmechanismen tegen pijn.
Gewoontepatronen zijn vaak ingesleten en daardoor ben je je er niet zo bewust meer van. Een paar voorbeelden van bekende gewoontepatronen zijn:
- Perfectionisme
- Lage frustratietolerantie (ook wel uitstelgedrag, denken dat je niets kan)
- Te hoge eisen stellen aan anderen en de wereld
- Overmatige behoefte aan waardering, respect of liefde
- Rampdenken
- Te groot verantwoordelijkheidsgevoel
- Alles onder controle willen houden
Ik herken mij overduidelijk in perfectionisme en een te groot verantwoordelijkheidsgevoel. Dat perfectionisme kende ik wel, en meen ik ook wel te herkennen, maar dat grote verantwoordelijkheidsgevoel dat was voor mij een ontdekking. Vooral de omschrijving in het boekje ‘Mindfulness’ van Ger Schurink:
Te groot verantwoordelijkheidsgevoel: In allerlei situaties denken dat jij de eerst verantwoordelijke bent voor het goede resultaat; taken naar je toe trekken, omdat ze bij jou in de beste handen zijn.
Dat dus. Precies dat! Mijn focus (of leerdoel) waar ik mee aan de slag ben in deze training is dan ook dit gewoontepatroon. Om je te helpen je patroon te herkennen en er meer inzicht in te krijgen vullen we tijdens de training of thuis af en toe een schema in waarin je dit gewoontepatroon in kaart brengt.
Het rietje
Avond vijf van de training. Ik heb er zin in dit keer. Ik zit goed in mijn vel, ben het euforische gevoel van het afgelopen studieweekend waarin ik mijn scriptie mocht presenteren nog niet helemaal kwijt. Bovendien zijn er in dat weekend weer allerlei bronnen aangeprikt waar dromen zich door naar buiten proberen te wurmen.
We doen een meditatie, een aandachtsoefening, een ademoefening en ik zit er lekker in. Dan mag ik de map erbij pakken. We gaan een gewoontepatroon in kaart brengen. Bekend terrein dus. Mijn gedachten gaan meteen op volle snelheid op zoek naar iets wat niet lekker liep of waar ik stress aan opliep. Ik krijg een rietje en de opdracht is: ‘Doe het rietje in je mond, houd je neus dicht en adem door het rietje terwijl je het blad invult. Merk eens op wat er gebeurt.’
Klinkt niet heel ingewikkeld. Ik pak mijn pen, stop het rietje in m’n mond, knijp mijn neus dicht en lees de eerste zin op het blad.
Presteren tot je erbij neer valt
Ik kan me niet concentreren. Er komt maar een klein beetje lucht door het rietje. Ik vind het irritant, probeer harder aan het rietje te zuigen, met meer kracht uit te blazen en voel me zelfs een beetje licht in mijn hoofd worden. Het in te vullen blad is nog leeg. Ik kan ook geen situatie bedenken waar ik me druk over heb gemaakt de afgelopen week. Ik kan überhaupt niet denken als ik zo weinig lucht heb.
Ik wil me niet laten kennen dus om nu meteen al vals te spelen en mijn neus los te laten of naar lucht te happen vind ik niet kunnen. Ik spoor mezelf aan: Kom op Juud, concentreer je. Denk na! Het lukt niet. Om me heen zit iedereen al te schrijven. Dit voelt niet goed. Ik moet gewoon lucht hebben! Ik haal het rietje uit mijn mond zuig mijn longen vol met een enorme hap zuurstof, doe het rietje weer terug en begin maar iets op te schrijven.
Ik schrijf zo snel ik kan, het ziet er slordig uit, maar ik moet en zal het af hebben straks. De zuurstof is alweer verbruikt en ik doe wanhopige pogingen om zoveel mogelijk lucht door het rietje te krijgen. Hier en daar speel ik wat vals (je hoeft er niet bij neer te vallen, had de trainer gezegd) om mijn overlevingskansen te vergroten.
Nog nooit hebben de woorden ‘nog één minuutje’ zo heerlijk geklonken. Ik heb het net op tijd af. Gewoontepatroon in kaart gebracht en jawel… het was weer het over-verantwoordelijk zijn.
Wat een verademing, letterlijk en figuurlijk, om weer vrijuit te mogen ademhalen.
Prestatiedrang / Perfectionisme
Het nabespreken van de opdracht maakt alles duidelijk. Eén van de deelnemers heeft precies dezelfde ervaring als ik: Geen lucht krijgen, niet kunnen denken en niet aan de opdracht toekomen. Ze merkte dit op en vond het wel oké. Met dat ze het zegt valt bij mij het kwartje… Ik ben in de automatische piloot geschoten! Want, als je een opdracht krijgt, maak je die, en wel zo goed mogelijk. Dat je geen lucht krijgt en niet meer kan nadenken maakt helemaal niet uit in mijn geval.
Ik ervaar iets ongemakkelijks (benauwdheid) maar in plaats van daar aandacht aan te geven schiet ik in mijn gewoontepatroon: presteren, perfectionisme. Want ik moet als deelnemer aan de training wel alles perfect doen!
Het is een confrontatie met mezelf. Ik kan erom lachen, maar eigenlijk vind ik het ook pijnlijk. Want dit is hoe ik al die jaren al met mezelf ben omgegaan. Ik negeer wat ik onprettig vind en schiet in presteren en perfectionisme.
Genade
Gelukkig staan we deze avond ook stil bij genade. Genade die God heeft met ons, maar ook genade die we met onszelf mogen hebben. Genade die geduldig is, niet veroordeelt, liefdevol is en die ik steeds meer mag gaan ontdekken voor mijn leven.
Het rietje gaat mee naar huis. Het gaat een plekje krijgen op mijn bureau op mijn werk. Want ik weet zeker dat een blik op dit rietje mij gaat helpen om een stuk genadiger met mezelf om te gaan als de neiging er weer is om in mijn gewoontepatroon te vallen.
Oh dit is zo herkenbaar, al val ik uit elkaar of doet alles lijn. Wat moet dat moet gewoon… Het stukje van genade, een les voor mij! Wat een geweldige training als ik zo met je meelees
Heel goed en duidelijk voorbeeld, dank je wel!