Appels met peren vergelijken
‘Kijk nou, die perenboom! Dat zou bij ons ook leuk zijn in plaats van de appelboom.’ zeg ik tegen Damian terwijl we de boomgaard rondkijken. ‘Geen appels met peren vergelijken…’ zegt Damian direct terug, spitsvondig als hij is. Vandaag rijd ik met de kids naar de boomgaard waar Jan Willem afgelopen week gekampeerd heeft. Eigenlijk zou hij nog een week blijven, dat werd een paar dagen omdat zondag de laatste droge dag zal zijn. Maar de wisseldag op het kampeerterrein pakt voor JW slecht uit. Hij krijgt twee, non-stop-pratende buren naast zich die hun tent pal naast de zijne zetten en tot overmaat van ramp kraakt het luchtbed van het stel.
‘Kun jij me anders morgen komen ophalen?’ vraagt hij gisteravond op de app. Natuurlijk, geen probleem, hoewel ik het ook nog prima een week alleen had volgehouden. We spreken af dat ik er rond de middag zal zijn.
Droomwens
Over een veel te smal weggetje, met de sloot aan mijn kant, rijd ik naar de boerderij. Twee keer een tegenligger die me peentjes laat zweten maar dan is daar de kampeerplek. Ik zet mijn auto neer en stap uit. Mike heeft meteen al een praatje met de boer die hem herkent van een paar dagen eerder. Op het veld staan tussen de bomen een handjevol tenten. We lopen naar de tentjes van Jan Willem en Alicja. Het ziet er gezellig uit. jW heeft het stuk tussen de tenten overkapt met een zeil waardoor er een droge plek om te zitten is gecreëerd. Achterin dit stuk ligt de campingkat er tevreden bij. Wifi, zo heet hij, is deze dagen een trouwe bezoeker van JW en de kids geweest. Hij lijkt een beetje op onze inmiddels overleden kater Brik. ‘Zullen we hem meenemen naar huis?’ stelt Damian voor. Ik zou best willen.
We kijken in de stal bij de ezels die net eten krijgen, bewonderen de kippen en ik kijk rond op het terrein. Een boerderij, wat bijgebouwen waar de toiletten en douches zijn, natuurlijk een tractor en verder heel veel fruitbomen. Dit is echt geweldig. Het is een lang gekoesterde wens van mij, maar ik ben bang dat het daar ook bij blijft. Wat zou het gaaf zijn… een boerderij en grond. Ons gezinshuis daar vestigen en een voorziening maken waar we de kinderen die richting volwassenheid gaan zelfstandig kunnen leren wonen. Misschien wel een moeder/kind project. Een paar geiten, kippen, een hond, een boerderijpoes die kittens mag krijgen, twee alpaka’s en als we nog geld over hebben een varkentje.
In één van de bijgebouwen een ruimte waar ik mijn praktijk kan houden én waar ik groepen kan ontvangen om trainingen te geven. De gasten zouden hun tent kunnen meenemen en blijven slapen in de boomgaard…
Tevreden
Ik zwijmel even weg in mijn dagdroom. Om zoiets voor elkaar te krijgen moet je risico’s nemen, durven, de juiste mensen op je pad krijgen én een bak geld hebben. Ik zucht eens diep en zeg tegen mezelf dat ik deze ideale plek niet moet vergelijken met ons fijne huis. Het ziet er leuk uit maar ik weet niet hoe hard deze mensen ervoor hebben moeten werken of welke obstakels zij in hun leven zijn tegengekomen.
Als we een uurtje hebben rondgekeken terwijl de mannen de boel aan het opbreken zijn, rijd ik met twee kinderen naar huis. Ik rijd de straat in, breed genoeg voor twee auto’s en zie ons huis staan. Ik woon er graag, het is een heerlijke plek met een gezellige buurt. Als ik de schuifpui open doe valt mijn oog op mijn appelboompje. Even zie ik het plaatje weer voor me van de boomgaard met appel- peren- en pruimenbomen. Het konijn komt uit zijn hok gehuppeld. ‘t Is een grappig beest die de hele dag los in de tuin rondloopt en het gezellig vindt als je er bent.
Toch kan ik het niet laten. Ik struin Funda af op zoek naar een groot huis met veel grond en de gelegenheid om wonen en werken te combineren. Dan gaat mijn laptop weer dicht en hang ik de was aan de lijn. Wat doe ik eigenlijk? Ik ben supertevreden met ons huis en met mijn kantoortje op afstand.
Vergelijken
‘s Middags heb ik een gesprek met iemand die volledig blind is. Opeens schaam ik me voor mijn hebberige droom. Ik realiseer me ook dat vergelijken een hardnekkig fenomeen is waar we misschien allemaal wel een beetje last van hebben. We kijken naar de ander en leggen onszelf ernaast. De ontbrekende dingen vallen ons op. Dat kan in bezittingen zijn of in werk of inkomen. Dat kan ook persoonlijk zijn. Je kijkt naar hoeveel vrienden die ander heeft, of naar hoe goed die kan zingen, schrijven of spreken. Misschien vergelijk je jouw geloof wel met een ander. Díe twijfelt nooit en die is zo trouw in bidden en Bijbellezen.
Maar weet je, het is appels met peren vergelijken. En of jij nou een appel, peer, citroen, banaan of druif ben laat ik in het midden. Maar jij bent uniek, hebt je eigen smaak en mogelijkheden en dat is goed genoeg. Jij weet niet van de ander welk pad hij gelopen heeft om die sappige peer of die kromme banaan te worden. Ik denk nog even aan de blog van gister. De shit van jouw verleden is de mest voor de toekomst. Misschien kijk jij wel naar de vruchten bij de ander en vergelijk je dat met waar jij nu bent. Maar als je echt zou willen ruilen, dan zou je ook het verleden erbij moeten ruilen. Onmogelijk natuurlijk, maar denk er eens over na.
Slot
Nu Jan Willem weer thuis is en hier het gewone leven weer begint sluit ik deze zomerserie af. ‘t Was kort en bondig. Ik zat het te vergelijken (ja ja… ik doe dat dus ook bij mijn eigen schrijfsels) met andere jaren. Dan schreef ik wel 11 of 13 dagen achter elkaar. Maar dat is appels met peren vergelijken. Voor nu sluit ik af en wie weet komt er ergens deze zomer nog wel een spontaan vervolg…
Toch vond ik het een hele mooie droom, wat ik uit al je schrijfsels proef is dat je zo’n mooi mens bent.
Ik zie je als een voorbeeld, in doorgaan, doorzetten, grenzen verleggen, overwinnen, groeien, en daar wil ik je voor bedanken.