Geraakt
Het is studieweekend en ik kijk naar een gesprek tussen twee zussen onder leiding van één van mijn studiegenoten. Twee vrouwen verwikkeld in een emotioneel gesprek. Twee volwassen, krachtige, mensen die beiden pijn hebben opgelopen in het leven. Die vandaag, met hulp van een therapeut, dit kwetsbare stuk van zichzelf tevoorschijn halen en aan elkaar laten zien.
Ik kijk er naar en herken mezelf in hun doen en laten. Het sterk willen zijn voor de ander, alles alleen willen oplossen en het helemaal klaar zijn met het gejank over pijnlijke gebeurtenissen of onzekere, verwarrende gevoelens. Ik herken me ook in de eenzaamheid die dat oplevert. Dat de omgeving denkt dat het allemaal wel goed gaat terwijl ik het liefst een potje zou willen huilen.
Als het gesprek is afgelopen en de zussen naar huis gaan is er ruimte voor reacties. Ik neem meteen het woord. ‘Ik wil een inbreng doen, vandaag nog!’. (Een inbreng betekent dat ik in het midden van de groep een gesprek heb over iets dat mij bezig houdt met één van mijn studiegenoten).
Schematherapie
Het is het derde weekend op rij dat over ‘Schematherapie’ gaat. Boeiende materie waar ik al eerder een blog over schreef: Zorg dragen voor je innerlijke kind. Dit weekend proberen we goed te kijken naar onze eigen schema’s en hebben we het over de verschillende modi die we allemaal bij onszelf herkennen.
De meest makkelijk herkenbare modi zijn:
- Kindmodi: Kwetsbare kind, boze kind, impulsieve kind, blije/spelende kind
- Oudermodi: Kritische ouder, straffende ouder, veeleisende ouder
- Gezonde volwassene
Kijk maar eens naar jezelf. Je bent op een verjaardag en je kent eigenlijk niemand echt goed. Het voelt wat verloren en je gaat op de vrije stoel zitten die precies midden tussen twee pratende groepjes in staat. Een gevoel van buitengesloten zijn en er niet bij horen overheerst (het kwetsbare kind).
Je loopt in de stad en dan botst er iemand die niet goed uitkijkt zomaar tegen je op. Er komt een enorme boosheid opkomen en je zegt iets heel lelijks (boze kind).
Op je werk heb je een leuke, ontspannen dag. De sfeer is wat uitgelaten en jij hebt opeens zin om wat gezelligs te gaan doen. Je stelt voor om tussen de middag met z’n allen te gaan lunchen bij het restaurantje om de hoek (het blije, spelende kind).
Je maakt een fout waardoor er iets goed in de soep loopt thuis. Gefrustreerd zeg je tegen jezelf: Stommeling, jij kunt ook echt niks! (Straffende ouder).
Je voelt je rot en als je leidinggevende aan je vraagt hoe je weekend was barst je in huilen uit. Je schaamt je er enorm voor, biedt wel drie keer je verontschuldigingen aan terwijl je tegen jezelf zegt: Aansteller, doe toch ‘s normaal! (Kritische ouder).
Gelukkig is er in heel veel gevallen ook onze gezonde volwassene. Die neemt verantwoordelijke beslissingen, is redelijk, vraagt wat hij nodig heeft en verbindt zich op een goede manier met anderen.
Opgesloten
‘s Middags ga ik samen met een studiegenoot in het midden zitten. Ik voel me wat leeg. Waar wilde ik het eigenlijk over hebben? Mijn kritische ouder heeft het hoogste woord in mijn hoofd. ‘Jemig, Juut, doe toch eens normaal! Je bent vierdejaars en dan kom jij met je gezeik! Volgens mij heb je al meer dan genoeg aandacht gevraagd en gekregen voor de pijn van vroeger.’ Het gesprek komt moeizaam op gang. Maar met wat hulp van de therapeut tegenover me kan ik toch redelijk vertellen wat mijn probleem is.
Ik kan mijn gekwetste kinddelen niet uitstaan en vind ze irritant. Als ze om de hoek komen met verdriet, pijn, eenzaamheid, de behoefte aan liefde of troost, doen mijn kritische en bestraffende ouders akelig goed hun best om ze zo snel mogelijk het zwijgen op te leggen. In feite ben ik bang voor de heftigheid van de emoties die er los kunnen komen. Ik heb mezelf zo eigen gemaakt dat voelen vies is, dat ik me niet moet aanstellen en dat ik normaal moet doen. Dat er voor alles wat riekt naar kwetsbaarheid geen ruimte is.
De therapeut herkent mijn verhaal en vertelt hoe hij het liefst afrekent met deze weke, kwetsbare delen in zichzelf: Opsluiten in een geluidsarme kamer en de deur goed barricaderen. Het is pijnlijk herkenbaar. We zijn lotgenoten.
Professioneel
‘Ik vind dit deel van mezelf écht niet oké. En het is ook nog eens niet professioneel als je daar nu nog last van hebt.’, zeg ik tegen de therapeut tegenover me. Dan grijpt de trainer in in het gesprek. Olga, de trainer van dit weekend samen met haar collega Peter, zegt: ‘Zo, dan vind je mij dus niet professioneel!’ Dat is het laatste wat ik vind. Ik heb Olga hoog staan, juist omdat ze zichzelf zo serieus neemt en haar kwetsbaarheid en ervaringsdeskundigheid steeds meeneemt in wat ze doet en zegt.
Ik maak dus echt een kronkel in mijn hoofd. Een ander mag wel komen met zijn kwetsbare delen en ik moet sterk zijn en alles onder controle houden. Ik luister duidelijk veel te veel naar de stem van de kritische ouder in mij. Ook ik sluit mijn kwetsbare delen op in een geluidsdichte kamer en kijk er niet naar om. Een pijnlijke constatering, maar ook inzicht dat mij motiveert het anders te doen.
We hebben een goed gesprek en ik voel me na afloop dichter bij mezelf, bij mijn kwetsbaarheid. Gek genoeg voelt dat completer en meer volwassen dan de afstandelijke houding richting mijn kwetsbare delen.
Nasleep
Na een lange, intensieve dag, kruip ik op mijn hotelkamer in bed. Ik ben moe en ben echt toe aan een goede nacht. Helaas loopt het anders. Ik beland in een enorme nachtmerrie. Situaties uit het verleden lijken opeens weer vandaag plaats te vinden. Het is levensecht en in alle paniek weet ik ook niet meer waar ik ben. Als ik mijn ogen open doe is het enige dat ik herken van mezelf de laptop die op het tafeltje naast mijn bed staat. Jan Willem is er niet, ik hoor geluiden die ik niet thuis kan brengen en ik herken de kamer niet waar ik ben. Ik val uiteindelijk weer in slaap en als ik vroeg in de ochtend wakker word merk ik dat de tranen over mijn wangen lopen.
Dit ken ik van jaren geleden, toen ik midden in het verwerkingsproces van mijn verleden zat. Ik weet dat door het gesprek van de dag ervoor van alles in mij geraakt is en ruimte heeft gekregen. De kamer die ik zo angstvallig op slot heb gehouden is open gegaan en mijn kwetsbare delen zijn tevoorschijn gekomen. Ik weet niet wat ik moet doen. Een warme douche helpt een beetje maar de gedachte dat ik straks iedereen weer onder ogen moet komen is benauwend.
Paniek
Ik ga op het allerlaatste moment naar de groep terug. Een nieuwe dag, nieuwe kansen. Zo onopvallend mogelijk ga ik op mijn stoel zitten en ik probeer ieder contact te vermijden. Gelukkig zien een paar mensen dat het niet helemaal lekker gaat en meteen na de opening van de dag krijg ik ruimte om te vertellen. Ik barst in tranen uit en hoor mezelf de meest heftige dingen zeggen. De paniek van de nacht is weer voelbaar aanwezig.
De enige die in paniek is ben ik want de rest van de groep blijft heel rustig luisteren en Olga, de trainer, helpt me om de rust terug te krijgen en om weer grip te krijgen op mezelf. Langzaam maar zeker wordt het weer helderder in mijn hoofd en kan ik weer nadenken. Natuurlijk is daar meteen de stem van mijn kritische ouder die me afkeurend toespreekt. Maar als ik de tijd neem om iedereen aan te kijken zie ik alleen maar betrokken, liefdevolle, bewogen en respectvolle blikken. Ik zak wat meer onderuit in mijn stoel en haal een paar keer diep adem.
Dit ben ik op mijn kwetsbaarst! En dit mag er dus blijkbaar zijn. Dit is welkom hier in deze groep. Onvoorstelbaar maar als ik in de ogen van de mensen om me heen kijk moet ik het wel geloven.
Gezond
Ondertussen is er contact gezocht met Jan Willem en omdat het niet mogelijk is voor hem om naar me toe te komen, hebben we een gesprek door de telefoon. Op de speaker, zodat de groep kan meeluisteren en de trainers (en groepsgenoten) mee kunnen praten. Het wordt een ware inbreng die een paar goede dingen oplevert en mij weer laat inzien dat deze kwetsbare delen van mezelf ook welkom zijn bij mijn eigen lieve man. Juist bij hem. Het is prettig om Jan Willem er zo bij te kunnen betrekken. Dat is de kracht van onze opleiding dat we altijd de belangrijke ander uit het systeem erbij halen.
We ronden het gesprek af en gaan verder met de dag. In de loop van de middag heb ik nog een keer een moment waarin ik me kwetsbaar en wat verloren voel. Weer praten we er met elkaar over. Het helpt. Wel vraag ik me af of dit normaal is. Ik vraag het. De reactie is duidelijk: ‘Dit is echt zó gezond! Zo zorg je goed voor jezelf.’
Wow, het voelt als een compliment en ik proef de oprechtheid van de woorden. Ik kan verder, naar huis, het leven weer in en een volgend studieweekend mag ik zonder me te schamen weer aanschuiven en meedoen in het vierde jaar. Als gezonde volwassene mét kwetsbare delen en mét een kritische ouder waar ik mee te dealen heb.
Welkom
Ik heb een belangrijke les geleerd dit weekend: Ik mag mijn kwetsbare delen in mezelf welkom heten. Ik mag hen vrijlaten uit het kamertje zodat ze zullen ervaren dat ze er mogen zijn. En dat ze veilig zijn bij mij en ook bij een heel aantal anderen. Maar vooral bij mij. Ik mag als gezonde volwassene een goede ouder zijn voor mezelf. Een goede moeder die accepterend en troostend is en een goede vader die de grenzen bewaart en de veiligheid waarborgt.
Die kwetsbare, boze, impulsieve, verdrietige delen maken mij tot een compleet mens. Een heel mens. Ik wil niet zonder hen. Ik weet zeker dat als ik ruimte geef aan mezelf en al mijn kwetsbaarheid mijn kwetsbare kind zal genezen en weer een blij en spelend kind zal worden. Maakt dat mij tot een labiel en onprofessioneel therapeut? Integendeel, ik geloof dat het mij een persoonlijk, betrokken en professioneel hulpverlener maakt. Zo ééntje die het niet alleen maar uit de boekjes heeft, maar die een levend voorbeeld is. Die zelf onderweg is en anderen daarin meeneemt. Die door zelf met kwetsbare dingen te komen anderen aanmoedigt dat ook te doen.
Aanmoediging
Misschien herken je je in mijn verhaal, of in wat ik schreef over de kind- en oudermodi. Ik zou je willen aanmoedigen om met mij mee te gaan onderweg. Om zo af en toe eens wat ruimte te maken en aandacht te besteden aan je kwetsbare delen. Zorgzaam voor jezelf te zijn als er nog pijn of gekwetstheid vanuit het verleden een rol speelt. Om de kritische, straffende, harde woorden die je soms naar jezelf uitspreekt eens een halt toe te roepen en die stemmen te negeren.
Kijk eens om je heen of er iemand is met wie je hier wel eens over zou willen praten. Iemand bij wie jij die kwetsbaarheid wel zou durven tonen. Die er voor jou kan zijn. Ik durf na dit weekend te zeggen dat het bij die ander echt wel welkom is! Het grootste obstakel zit ‘m in jezelf. Hoe welkom is jouw kwetsbare deel bij jou?
Natuurlijk hoef je niet in elke situatie, ongeacht de omstandigheden, ruimte te maken voor zulke kwetsbare dingen als ik hierboven schreef. Het moet kunnen, veilig en vertrouwd zijn zodat je niet beschadigd raakt. Daarom bestaat een groot deel van onszelf ook uit een gezonde volwassene! Ga zorgvuldig met jezelf om en word een nog gezondere volwassene door goed te zorgen voor je kwetsbare kind.
Ik hoop je onderweg ergens tegen te komen, in al je kwetsbaarheid. Bij mij is het van harte welkom. Wie weet kunnen we een prachtig lotgenotencontact hebben.
Mooi geschreven , ik ben er ook mee bezig in therapie.
Fijn om dit ook van jou te lezen.
Dank je wel.
Judith, dit is heel herkenbaar. Mooi geschreven. Zoveel meer essentie, zoveel menselijker dan de gebruikelijke psychologieverhalen op internet. Daar krijg ik alleen maar buikpijn van. Wat jij schrijft, verzacht en verwarmt. Dankjewel.
Wat een mooi voorbeeld en steun voor iedereen!