Een kusje erop

Kinderen zijn over het algemeen heel goed in troost ontvangen. Denk maar aan een kind dat gevallen is. Het rent naar huis, laat zich oppakken door een volwassene en laat zich troosten. Soms is het al genoeg om even een kusje op de zere plek te geven. Als het verdriet heel groot is, snikt het soms nog even na, maar dan ontspant het kind zich en valt in slaap of richt zich opeens weer op iets heel anders. Het verdriet is vergeten.

Ergens onderweg richting de volwassenheid raken we onze onbevangenheid om ons te laten troosten kwijt. Het zal deels met de opvoeding te maken hebben en met de cultuur. Huilen in het openbaar doe je toch minder snel, dus huil je als je alleen bent. Niemand die je te troost. Er kan een bepaalde schaamte op huilen of andere emoties liggen. Alsof verdriet een uiting van zwakte of emotionele labiliteit is die je toch wel de baas zou moeten kunnen blijven als volwassene. En natuurlijk doet het voorbeeld dat we vanuit onze omgeving meekrijgen ook iets. Leren we dat verdriet er mag zijn en zien we in onze omgeving hoe je elkaar troost, of krijgen we het voorbeeld mee van nuchtere, minder emotionele volwassenen.

Verlies

In mijn werk als therapeut en als begeleider van de rouwgroep kom ik veel mensen tegen die met verlies te maken kregen. Nu denken we bij verlies en rouw al snel aan overlijden maar er zijn veel meer verliezen waar rouw aan gekoppeld is. Een echtscheiding (ja, ook als je daar zelf voor kiest), kinderen die het contact verbreken, een partner die een aandoening blijkt te hebben die jullie relatie beïnvloedt (denk aan autisme, persoonlijkheidsstoornissen of een medische aandoening). Het verlies van gezondheid, misschien wel heel plotseling door een ongeval of ziekte. Geen partner kunnen vinden of kinderloos blijven. Werkeloosheid, een emigratie van vrienden of familie. Een kindje krijgen met een chronische (meervoudige) beperking. Allemaal kennen we verlies in ons leven.

In mijn leven kreeg ik al jong te maken met verlies. Het verlies van mijn onbezorgd kind kunnen zijn door seksueel misbruik en ouders die mij niet steunden, er psychisch niet voor mij waren. De emigratie van mijn zus naar Nieuw Zeeland, ik was toen 15 jaar, heb ik als verlies ervaren. Daar ging ze, mijn grote zus, een veilige baken waar ik voor mijn gevoel altijd terecht kon, naar het andere eind van de wereld.

Onze kinderloosheid is een verlies dat ik vandaag de dag nog altijd met me meedraag. En natuurlijk heb ik, net als iedereen, ook verlies door overlijden. Mensen waar ik van hield die wegvielen.

Wat helpt niet bij rouw?

We zijn het in onze maatschappij wat verleerd hoe we om moeten gaan met verlies. We hebben het liever leuk en gezellig met elkaar en gaan nare dingen en oncomfortabele situaties liever uit de weg. Voor onszelf het makkelijkst, maar voor degene die rouwt pijnlijk en eenzaam.

Ik kan heel kort en krachtig zijn. Verlies en rouw hebben troost nodig. Maar wat is troost en hoe geef je troost? Laat ik eerst een paar voorbeelden noemen van wat troost niet is.

  • Tijdens een (condoleance)bezoek of een ontmoeting met een rouwende niet weten wat je moet zeggen en dus maar snel overstappen naar een ander onderwerp.
  • De neiging om heftig verdriet te sussen. Wij zijn niet meer zo gewend aan emotionele uitbarstingen en proberen de ander te kalmeren. Al snel een glaasje water halen, zakdoeken aangeven, opmerkingen maken in de trant van ‘stil maar, rustig maar’.
  • Het verdriet van de ander jezelf toe-eigenen. Dit gebeurt vooral na verloop van tijd. Misschien herken je het wel, dat je probeert iets te vertellen en dat de ander zegt: ‘Oh ja, dat heb ik ook wel eens gehad.’, en vervolgens met zijn eigen verhaal op de proppen komt. Eigenlijk wordt je verdriet op dat moment van je afgepakt. Het mag er niet zijn.
  • Verdriet niet erkennen en vooral praktische adviezen geven. Of je vindt dat het beter is voor die ander om zich nu toch wat meer op het doorgaande leven te richten en komt met allerlei tips voor bezigheden of vakantie.
  • Met een dooddoener op de proppen komen. Goedbedoelde opmerkingen op het foute moment. ‘Hij heeft een mooi leven gehad.’ ‘Gelukkig is haar verder lijden bespaard gebleven.’ ‘Het is maar beter zo.’ ‘God heeft er vast een bedoeling mee.’ ‘Gelukkig kun je je armen nog bewegen’ (na een ongeval waarbij iemand in een rolstoel terecht komt). ‘Je bent nog jong, er komt vast wel iets moois op je pad.’
  • Bemoedigende opmerkingen als: ‘Het komt echt goed’ of ‘over een tijdje slijt het wel’ of ‘je leert er echt mee leven’ troosten niet maar zetten eerder muren om het verdriet van de ander.
  • Leed vergelijken. Wees voorzichtig met verhalen van anderen. Ieder verlies is uniek en iedereen rouwt op zijn eigen tijd en manier.
  • Een geestelijk sausje over het verdriet van de ander smeren, soms met hulp van Bijbelteksten, en de ander aanmoedigen om vooral te kijken naar al het goede dat er ook is.

Er zijn nog veel meer voorbeelden te noemen maar ik denk dat mijn boodschap duidelijk is. Troosten begint met het erkennen van het verdriet van de ander. Bij de ander willen zijn, naast de ander willen zitten zonder iets op te willen lossen of te relativeren. Ontvoer het verdriet van de ander niet maar help het dragen.

Wat is troost?

Maar wat is troost nu precies? En hoe troost je op een goede manier? Wikipedia zegt over troosten het volgende: ‘Troost is het bemoedigen van iemand die lichamelijk of geestelijk lijdt en het verzachten van diens pijn. Troost kan geboden worden met woorden, maar ook door lichamelijk contact. De kern van troosten is dat de getrooste zich niet alleen, verlaten voelt.’ Na wat ik allemaal over troost gelezen heb, en door mijn ervaringen met rouwenden, kan ik me niet helemaal vinden in de woorden ‘bemoedigen’ en ‘verzachten’. Het tweede deel van de omschrijving verwoordt wat mij betreft wel heel mooi wat troost inhoudt. De kern van troosten is dat de ander zich niet alleen voelt.

In een Nederlands woordenboek uit het jaar 1240 staat als betekenis van troost: ‘trouw, vertrouwen’. Dat is wat troosten inhoudt, dat je te vertrouwen bent en trouw bent in jouw nabijheid bij de ander.

In Johannes 14 en 16 wordt de Heilige Geest als Trooster aangeduid. Het woord dat daar in het Grieks gebruikt wordt is ‘parakletos’ wat letterlijk ‘erbij geroepene’ betekent. Wat een prachtige aanduiding van troost! Erbij geroepen, erbij zijn. Misschien is dat meteen ook waarom troosten zo lastig is voor veel mensen. Als we iemand zien in diep verdriet, voelen we ons machteloos en willen we iets doen om het minder erg te maken. Troosten is iets anders; het is bij de ander zijn in zijn moeite.

Manu Keirse zegt: ‘Troosten is aandachtig luisteren zodat verdriet in woorden en tranen naar buiten kan komen. Troosten is geen dam opwerpen tegen het verdriet, maar een bedding zijn waardoor het verdriet kan stromen.’ Dat heeft alles te maken met ‘erbij zijn’. Het verdriet, de pijn, de onmacht of boosheid van de ander aanhoren en daar erkenning aan geven. Ruimte en bestaansrecht geven aan de emoties van de ander. Zoals de Here Jezus dat ook deed bij het graf van Lazarus. Hij huilde samen met Maria.

Helende troost

De behoefte van (bijna) iedere rouwende is emotionele steun. Weten dat er iemand is op wie je even kunt leunen, bij wie je kunt uithuilen en jezelf kunt zijn. Het is niet belangrijk of je helemaal begrijpt wat iemand voelt, daar gaat het niet om en dat kan ook niet. Waar het om gaat is dat je letterlijk en figuurlijk een steun bent voor iemand. Met letterlijke steun bedoel ik een arm om iemands schouder, een knuffel, iemand met zijn hoofd op jouw schouder laten rusten. Uiteraard alleen als iemand dat zelf ook wil. Letterlijke steun kan een rouwende helpen om zich over te geven. Ervaren dat je op iemand kunt leunen, dat iemand dichtbij is, kan een gevoel van veiligheid geven waardoor je even de rem van je emoties af kunt halen en je durft te laten gaan. Een dubbele overgave, enerzijds de overgave aan iemand en anderzijds de overgave aan je emoties. Dat kan opluchten!

Met figuurlijke steun bedoel ik dat je door middel van woorden ruimte geeft aan de ander zodat hij zich kan uiten. ‘Huil maar, het is ook afschuwelijk!’ of ‘Als je even stoom af wilt blazen… kom maar op hoor. Als ik in jouw schoenen stond zou ik woedend zijn.’ Door dergelijke opmerkingen normaliseer je de emoties en dat geeft een gevoel van veiligheid. Helpend is ook als je laat merken dat je niet afschrikt van heftige emoties. ‘Gooi het er maar uit, ik vang je wel op.’, of ‘Toe maar, huil maar zo hard je kunt.’

Als je op deze manier luisterend aanwezig bent kan de ander bevrijding ervaren. Zijn emoties, zijn verhalen, zijn gedachten mogen er zijn! Het is niet gek, te veel of te heftig, het hoort er gewoon bij. Dat is helend voor de rouwende. Er kan zelfs een bepaalde rust of dankbaarheid ontstaan na zo’n moment. Niet dat het verlies weg is, maar wel dat er ruimte is om adem te halen en dat de ander ervaart dat hij welkom is met alles erop en eraan. Wat er ontstaat bij deze vorm van helende troost is verbinding. Er ontstaat een bijzondere connectie tussen jou en de ander. Als ik dan denk aan de betekenis van ‘trooster’ namelijk de erbij geroepene, dan vind ik die uitleg nog weer mooier worden. Je bent bij de ander, bij het verdriet van die ander en je blijft er ook bij.

Troosten is ook praktisch!

Troosten is op een respectvolle manier bij de ander zijn. Met liefde, warmte, een open houding de ander en zijn verhaal en emoties welkom heten. Zonder oordeel, maar slechts met een nieuwsgierige houding luisteren naar wat de rouwende kwijt wil. Als je dat kunt zal de ander tot rust kunnen komen.

Verder leven na verlies is een hele klus! Rouwen is topsport en vraagt veel energie. Naast dat je er voor mensen kunt zijn door naar hen te luisteren kan troosten ook heel praktisch zijn: Breng eens een maaltijd, nodig iemand uit om mee te eten, bied aan om boodschappen te doen. Als het gaat om een gezin met kinderen, bied aan om een keer op te passen of vraag de kinderen bij jou. Help iemand met dagelijkse klusjes, maar ook met de niet alledaagse dingen.

Wees je ervan bewust dat iemand die in een periode van rouw zit niet snel zelf aan de bel zal trekken. Dus kom zelf in actie en neem initiatief. Ook dat is ‘erbij zijn’, samen dragen. Zelfs al zou het niet nodig zijn, is het nog steeds fijn dat de ander ervaart dat je aan hem denkt en met hem mee leeft.

Troost ontvangen

Voor troost zijn twee partijen nodig. De één geeft troost, de ander ontvangt het. Dat laatste kan best heel ingewikkeld zijn. Er kunnen allerlei overtuigingen zijn waardoor je het lastig vindt om anderen dichtbij te laten komen. In mijn nieuwe boek over rouw dat medio november 2019 verschijnt zal ik hier verder op in gaan.

Wat ik jou wens, als je verlies met je meedraagt, is troostende mensen in jouw omgeving. Ik wens je moed om te vragen wat je nodig hebt. Geef jezelf alle tijd die je nodig hebt om je verlies te doorleven zodat je uiteindelijk, mét het verlies, kunt dóórleven!

Soms kun je ervaren dat de omgeving verder gaat met het leven terwijl voor jou de tijd lijkt stil te staan. Overweeg dan eens of een rouwgroep iets voor jou is. In september 2019 start er een nieuwe rouwgroep in Waddinxveen. Je kunt er hier meer over lezen (of mij een berichtje sturen als je meer wilt weten).

Heb je een verlies door overlijden meegemaakt en vind je het fijn om er eens een weekend uit te zijn met anderen? Dan ben je van harte welkom op ons weekend rouwd(r)agen van 1-4 november 2019. Wij willen er graag voor je zijn. Samen rouwen neemt het verdriet niet weg maar maakt het wel dragelijker!

Deel dit bericht op:

4 Reacties

  1. Jan Stappers

    Rouwen – troost, duidelijk verwoord Ingrid.

    Antwoord
  2. Vincent Rondwijk

    Ik merkte ook dat een goede vriend van mij het erg op prijs stelde dat ik af en toe voor hem kookte toen een naaste overleed. Ik merkte dat hij erg vermoeid was door emoties en vooral ook praktische hulp kon gebruiken. Ik kan dit iedereen aanraden.

    Antwoord
  3. Ivan

    Mijn vrouw is pastoraal medewerkster en heeft geregeld met verdriet wegens het overlijden van iemand te maken. Dit artikel is een handig instrument voor haar bij het coachen van andere vrijwilligers. Zij vat de juiste houding als je bij een rouwende op bezoek gaat als volgt samen: “Je vraagt hoe het er nu mee gaat en je laat in toon en houding merken dat je dit ook werkelijk wilt weten.”

    Antwoord
    • Judith

      Mooi gezegd! Dank voor de reactie.

      Antwoord

Trackbacks/Pingbacks

  1. Verlies geef je geen plekje - Over dooddoeners én wat je wel kunt zeggen - Judith Stoker - […] mensen met verlies nodig hebben? Troost, meeleven. Ik schreef er een tijdje geleden een blog over ‘Troost – het…

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Op de hoogte blijven van mijn blog? Schrijf je in!

Abonneer op onze nieuwsbrief een sluit je aan bij 160 andere abonnees.

Door de site te te blijven gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies. meer informatie

De cookie-instellingen op deze website zijn ingesteld op 'toestaan cookies "om u de beste surfervaring mogelijk. Als u doorgaat met deze website te gebruiken zonder het wijzigen van uw cookie-instellingen of u klikt op "Accepteren" hieronder dan bent u akkoord met deze instellingen.

Sluiten